Het was weer zover: net als 2 jaar geleden bouwden dit voorjaar een vader en moeder meeuw hun nest in een hoekje van het platte dak.
Locatie: het gebouwtje van Stichting Zuid Wester nr. 1 aan de Ramusstraat.
Het stel kreeg deze keer niet 1, maar 3 jongen te verzorgen. Om beurten hielden vader en moeder de wacht, gezeten op het kapje van de schoorsteen. Ze zaten daar in de gloeiende zon tijdens een hittegolf en in de dagen dat het regende en waaide en waakten luidkeels over hun jongen wanneer de andere meeuwen, de kraaien en de eksters te dicht in de buurt kwamen.
Vele weken later waren de jongen al flink gegroeid, probeerden hun vleugels eens uit en zaten soms op de rand van het dak. Maar nee, vliegen zat er nog niet in.
Totdat deze week één jong het heeft gewaagd dat, te horen aan zijn ver weg klinkende babygeroep, waarschijnlijk in de verwilderde tuin van de Zuid Wester is neergekomen. De poging van het tweede jong om de wijde wereld in te trekken is jammerlijk mislukt. Hij gleed van het schuine dak rechtstreeks de dakgoot in en bleef daar zielig om z’n moeder roepen. Maar die trok zich niets meer van de pechvogel aan en gaf al haar zorg en aandacht aan haar overgebleven kind.
Wij, als bewoners met uitzicht op dit vogeldrama, hoopten dat gebrek aan voedsel het meeuwenjong zou doen besluiten om dan toch maar de vleugels uit te slaan om de grond te bereiken. Maar zo werkt het niet in het kopje van een jonge meeuw als moeder een paar meter hoger nog te zien en te horen is. Dan is er maar één weg, n.l. de weg langs de gladde dakpannen omhoog. Diverse pogingen hebben we zien mislukken totdat ook hier een eind aan kwam door uitputting en honger.
Na twee dagen en nachten kon Françoise Smid, de bewoonster van nr. 60 in ons complex, het zielige geroep van het jong niet meer aanhoren. Ze belde in wanhoop de dierenambulance, maar die hebben geen hoogwerker ter beschikking. Dan de brandweer maar en jawel, de brandweermannen vonden het een mooie oefening voor zichzelf en beloofden meteen te komen.
Het gaf enige opschudding in de buurt: een grote brandweerauto met een uitschuifbare hoogwerker erop en ook nog een auto van de dierenambulance met een kooitje om de vogel in te vervoeren als hij uit de dakgoot gered zou zijn. De meeuwen en kraaien in de buurt vonden het minder geslaagd, want ze vlogen schreeuwend rond en doken op de omstanders die dekking moesten zoeken. Maar het lukte: het meeuwenjong werd uit de dakgoot geplukt. Hij zag nog wel kans om zijn redder tot bloedens toe in zijn arm te pikken, dus er zat nog voldoende energie in zijn jonge lijf.
Een enerverend begin van het leven: van ei, warm nest en dakgoot rechtstreeks in de handen van de brandweer en daarna een reis in een plastic bak naar de vogelopvang.
Meeuwenjong gered dankzij Francoise, de rust in de buurt is weergekeerd en last but not least…hulde aan de brandweermannen!!